Pisteregels
Veiligheid is in Alpine wintersporten regel nr. 1. Alleen als men rekening houdt met anderen, maakt skiën en boarden echt leuk. De internationaal aanvaarde FIS-regels dienen de piste veiligheid!
1. rekening houdend met de andere skiërs:
Elke skiër moet zich zodanig gedragen dat hij of zij niet gevaar loopt, maar ook anderen niet in gevaar brengt.
2. Controle van de snelheid en rijstijl:
Iedere skiër moet zijn of haar bewegingen onder controle hebben. Snelheid en rijstijl moeten worden aangepast aan de vaardigheid en het terrein / sneeuw / weersomstandigheden en de drukte op de piste.
3. Keuze van de route:
De van achter opkomende skiër moet zo zijn of haar lijn kiezen dat diegene die voor hen is geen gevaar loopt.
4. Inhalen:
Inhalen kan boven of beneden, van rechts of van links, maar altijd op een afstand dat de persoon die inhaalt de andere skiërs voldoende ruimte laat om te kunnen bewegen.
5. invoegen, en beginnen:
Iedere skiër die wil beginnen aan een afdaling of starten na gestopt te zijn moet altijd naar boven en beneden kijken , zodat hij of zij de andere mensen niet hindert.
6. Stoppen:
Iedere skiër moet voorkomen te stoppen in smalle of onoverzichtelijke plaatsen. Een gevallen skiër moet zich zo snel mogelijk verplaatsen uit een dergelijke locatie.
7. Klimmen en dalen:
Een skiër die klimt of die te voet omhoog of naar beneden gaat moet zich ter veiligheid aan de zijkant van de piste begeven.
8. Respect voor aanwijzingen:
Elke skiër moet zich houden aan de aanwijzingen van het liftpersoneel en de borden en markeringen die men op de piste vindt.
9. Bijstand:
Bij ongevallen is iedere skiër verplicht om te helpen.
10. Identificatie:
Elke skiër, of getuige of betrokkene, al dan niet verantwoordelijk, moet in het geval van een ongeval zich kunnen legitimeren. Men moet adressen en gegevens kunnen uitwisselen.
Skihelm auf!
Wij vinden dat het belangrijk is om de veiligheid in acht te nemen. Daarom dragen onze skileraren altijd een helm en daarmee ondersteunen wij ook de campagne: "Skihelm auf!"